Wonen in Den Hoorn

Op donderdag 7 november 2013 wordt in de Hoornbloem, Koningin Julianaplein 1 te Den Hoorn, om 20.00 uur een lezing gehouden over

Wonen in Den Hoorn

In het noordelijk deel van de Harnaschpolder hebben in de twaalfde en dertiende eeuw mensen op terpen gewoond. Voor de aanleg van de A4 zijn hier enkele huisterpen opgegraven. Hans Koot, archeoloog, was betrokken bij de uitwerking van de vondsten. Hij bespreekt een aantal bijzondere resultaten.

Jacques Moerman vertelt vervolgens over de tuinderswoning en het leven van Gijsbertus van Marrewijk. Deze opvallende tuinder is in de periode 1890-1925 erg belangrijk geweest voor de ontwikkeling van Den Hoorn. Zijn woning in de Noordhoorn was korte tijd een buitenplaats. Na de pauze staat de Zuidwoning centraal, een van de oudste en voornaamste boerderijen van Den Hoorn. Deze boerderij heeft aan het eind van de Dijkshoornseweg gestaan en was in de achttiende eeuw bezit van de eigenaren van de buitenplaats Sion.

Henk Groenendaal is de derde spreker. Hij doet onderzoek naar een bepaald type tuinderswoning in Den Hoorn. Na een korte inleiding over de ontwikkeling van tuinderswoningen in de regio Westland/Midden-Delfland bespreekt hij de ‘tuinderswoningen met torentjes’ in Den Hoorn. Het is een speurtocht naar het verhaal achter deze woningen en de bewoners.

Gezien de onderwerpen en de sprekers wordt het, ook in beelden, een zeer afwisselende avond. We hopen dan ook op vele toehoorders.

 

 

Kunst van Den Hoorn

Nieuw is een korte serie artikelen van Jacques Moerman die worden gepubliceerd in het Sport & Cultuurblad. De artikelen verschijnen in de edities van Den Hoorn en Schipluiden. Bekijk ze online op deze website onder het menu: Publicaties.

De volgende artikelen verschenen eerder: Derkzen van Angeren, Arnold Wittkamp, Balthasar Joosz. en Cornelis Pronk.

Tentoonstelling over Gijsbertus van Marrewijk

Op vrijdag 24 mei 2013 werd in Museum Het Tramstation in Schipluiden de tentoonstelling over Gijsbertus van Marrewijk (1853-1934) geopend. Bram van Marrewijk, een achterkleinzoon van deze bekende tuinder/bestuurder uit Den Hoorn, gebruikte hiervoor een ratel. Hiermee werden de vogels van de rijpende bessen verjaagd. In de negentiende eeuw had Gijsbertus nog een ‘Westlandsche tuin’, waarop veel verschillende producten groeiden. Vóór 1900 waren dat asperges, aardappelen en fruit, zoals appels, peren, bessen, druiven, aardbeien en radijs. Later vond er meer specialisatie plaats en werd de teelt van komkommers steeds belangrijker.

Zie voor meer informatie de website van Museum Het Tramstation.