Rozemarijn

… dertig jaar of ouder?

Zaterdag 18 september 2010 vond in de Dorpshoeve de musical Rosemary plaats, bedacht en kostelijk uitgevoerd door bewoners uit de wijk Rozemarijn. Deze woonbuurt bestaat in 2010 dertig jaar. Dit geldt alleen voor de nieuwbouw, want in werkelijkheid werd er reeds in de tweede eeuw gewoond op de westelijke oever van een kreek (de Gaag), die toen een onderdeel vormde van het Gantelstelsel. Hier leefden enkele Cananefatenfamilies van akkerbouw, veeteelt en visvangst. Tussen de Brugstraat en de Kaag is in oktober 1978 een erf met woning teruggevonden van deze eerste Rozemarijners.

Uit navraag bleek afgelopen zaterdag dat veel bewoners niet weten dat de naam Rozemarijn afkomstig is van een rederijkersgezelschap, dat van het laatste kwart van de zestiende tot het begin van de achttiende eeuw in het dorp heeft bestaan. Jonge Schipluidenaren – veelal van boerenafkomst – kwamen in de wintermaanden in de herberg De Vergulde Valck bijeen om te dichten en om plezier bij de tap te hebben. De plaatselijke schoolmeester –  naast de dominee de meest geletterde persoon van het dorp – begeleidde gewoonlijk deze ‘culturele’ avonden. De naam van de rederijkerskamer van Schipluiden was ‘’t Rosmareyn’. Het kruid Rozemarijn is een oud middel voor de versterking van het geheugen; het geldt als een symbool voor vriendschap en trouw. Dit laatste was een belangrijk uitgangspunt voor de rederijkers van Schipluiden. Zij voerden de zinspreuk ‘’s Woords kracht’.

Om de beurt hielden de kamers in de regio tijdens de dorpskermis een landjuweel. Hier traden de gezelschappen op en konden er prijzen gewonnen worden voor de beste gedichten. In Schipluiden werd voor dit evenement een toneel voor de herberg ‘De Vergulde Valck’ opgericht, waarop ook dorpskluchten werden gespeeld. Zo’n klucht, maar dan in de vorm van een musical, werd feitelijk ook afgelopen zaterdag in Schipluiden opgevoerd. Dorpse zaken en roddels passeerden in het stuk, dat het klassenverschil in de woonwijk als ‘serieus’ hoofdthema had. De jongeren overbrugden zoals gewoonlijk deze kloof.

Het bestuur van een rederijkerskamer bestond uit een keizer, een prins en een vaandrig. De kamer kende daarnaast een kolvenaar of kolfmeester, want er werd tijdens deze dorpsfeesten ook kolf gespeeld. In 1661 klaagde de plaatselijke predikant bij de schout, dat er in De Lier ergerlijke en goddeloze vertoningen plaatsvonden. Hier waren ‘spelen’ opgevoerd vol met onkuise en lichtvaardige passages, die aanleiding gaven tot ‘ongebondenheid, wulpsheid en dartelheid’. De musical Rosemary was voor alle leeftijden, afwisselend en komisch. Er vloeide nauwelijks bier, hoewel De Vergulde Valck als De Vergulde Kip duidelijk op het toneel aanwezig was.

De dichter Hubert Korneliszoon Poot (1689-1733) is de bekendste leerling van de rederijkerskamer ‘t Rosmareyn geweest. Al snel zag hij in dat hij zich voor de verdere ontwikkeling van zijn dichterschap beter op het letterkundige werk van Hooft en Vondel kon richten. In een biografisch gedicht over zijn jeugd schreef hij: ‘De kamerwerken van ’t fijn Rederijkerdom verrukten mijn gemoed, al gingen ze ook zoo krom en kreupel als een wijf van driemaal dertig jaren…’ De gedichten van de rederijkers zijn tegenwoordig niet goed meer leesbaar. De rederijkerskamer van Schipluiden heeft in de regio het langst bestaan. Poot nam in 1711 nog deel aan het plaatselijke dichtfeest.    

Afgelopen zaterdag traden de musicalspelers uit de woonwijk Rozemarijn in het spoor van de lokale dichters uit vroeger eeuwen. Er kan een traditie van gemaakt worden. Bijvoorbeeld door het uitnodigen van de verschillende woonwijken van Schipluiden of de woonkernen van Midden-Delfland om op een speeltoneel voor De Vergulde Valck hun spel te komen vertonen. De wethouder van cultuur zal na afloop zeker de prijzen voor de meest kluchtige voorstelling willen uitreiken.