Lezing: 5500 jaar boerenerven in Midden-Delfland

Op donderdag 17 maart 2016 organiseert de Historische Vereniging Oud-Schipluiden een lezing over 5500 jaar boerenerven in Midden-Delfland door Jacques Moerman (historicus). De bijeenkomst vindt plaats in de Hoornbloem, Kon. Julianaplein te Den Hoorn, aanvang 20.00 uur.

Midden-Delfland heeft een rijke bewoningsgeschiedenis. In de randen van het gebied waren zo’n 5500 jaar geleden (in de Steentijd) al nederzettingen. Naast visserij en jacht was er ook sprake van veeteelt en akkerbouw. Het zuidelijk deel van Midden-Delfland werd in de IJzertijd (de eeuwen voor het begin van onze jaartelling) intensief bewoond. Tussen Maassluis en Vlaardingen zijn meerdere boerderijen uit deze periode aangetroffen. In de Romeinse tijd lagen in Den Hoorn, het noordelijk deel van Midden-Delfland, meerdere nederzettingen. Hier stonden boerderijen die het achterland vormden van de Romeinse stad Forum Hadriani (Voorburg).

Opgraving van een inheems-Romeinse nederzetting in de Harnaschpolder
Opgraving van een inheems-Romeinse nederzetting in de Harnaschpolder

Vanaf het jaar 1000 vonden nabij de Maasmonding en vanuit de Hof van Delft grootschalige ontginningen plaats en ontstond in fasen het nog bestaande poldergebied. De boeren van Midden-Delfland specialiseerden zich vanaf de Middeleeuwen vooral in de boter- en kaasbereiding. Sommige boerenerven ontwikkelden zich tot kasteelplaatsen; uit andere ontstonden later buitenplaatsen. Het grootste kasteel was de Keenenburg in Schipluiden, waar de ambachtsheren van Schipluiden en Maasland hebben gewoond. De kastelen zijn verdwenen, maar er zijn in het gebied nog wel een aantal buitenplaatsen te vinden.

De spreker verlevendigt zijn verhaal met talloze beelden van het landschap en het cultuurhistorisch erfgoed in Midden-Delfland. De lezing geeft een uniek beeld van 45 jaar onderzoek naar de bewoningsgeschiedenis van het gebied.

Historische Nieuwtjes

Wennekerkade

Elke expositie in Museum Het Tramstation levert prettige reacties en soms ook interessante aanvullingen op. Op dit ogenblik is in het museum de tentoonstelling ‘Kerkenpaden in Midden-Delfland’ te zien, met onder andere aandacht voor het tegelpad tussen Abtswoude en de Tanthofkade. Een bezoeker meldde dat dit pad de Wennekerkade werd genoemd. Een onderzoekje in het archief van Hoogheemraadschap van Delfland (tijdelijk geparkeerd in het Stadsarchief van Rotterdam), maakte duidelijk dat er aanvankelijk alleen sprake was van een kleipad. In 1947 was er een voorstel om het te verharden met koolas. Kort erna werd er een tegelpad aangelegd. Het pad is tot in de jaren zestig van de vorige eeuw gebruikt door scholieren en kerkgangers. Nu zoeken we nog de herkomst van de naam Wenneker (mogelijk een verwijzing naar een familienaam)?

Armen van Zouteveen

De vereniging kreeg een verzoek van een notaris om de achtergrond van de Armen van Zouteveen te achterhalen. Een onderzoek in het Stadsarchief van Vlaardingen leverde de volgende resultaten op: In de Late Middeleeuwen hoorde bij de kapel van Zouteveen een stuk grond dat de naam Kapelland droeg. Het land ligt langs de Breeweg (tussen de Zweth en de Woudweg). Uit de inkomsten werd het onderhoud van de kapel betaald. Na de Reformatie (1572) werd het Kapelland ondergebracht in een armenfonds. Dit fonds viel onder het ambacht, later de gemeente Zouteveen. In 1855 kwam het grondgebied van Zouteveen bij de gemeente Vlaardinger-Ambacht, die in 1941 werd opgeheven. Hierna viel het fonds Armen van Zouteveen met het Kapelland onder de gemeente Vlaardingen. De inkomsten uit de grond waren jaarlijks f 500,- en de lasten f 150,-. Vlaardingen kocht van de eigen Gemeentelijke instelling voor Maatschappelijke Zorg begin jaren zestig de ruim 4 ha van de Armen van Zouteveen voor f 10.360,-. Hiermee kwam een einde aan een fonds dat bijna vier eeuwen dienst heeft gedaan. In het Stadsarchief van Vlaardingen bevinden zich twee dikke delen met rekeningen van de armmeester van Zouteveen uit de achttiende eeuw. Ze geven een prachtig inkijkje in de armenzorg in een dun bevolkt agrarisch gebied.

Ridderlijke Duitsche Orde 775 jaar

Het is dit jaar 775 jaar geleden dat graaf Willem II van Holland de Duitsche Orde het patronaatsrecht van de kerk van Maasland schonk. De bezittingen van deze orde in deze regio werden heel lang beheerd vanuit de Commandeurshof, een gebouwencomplex nabij de kerk van Maasland. Minder bekend is dat de kerken in De Lier en Schipluiden zijn gesticht vanuit de kerk van Maasland. Enkele leden van het geslacht Egmond van Meresteijn bekleedden de functie van commandeur van Maasland en landcommandeur van de Ridderlijke Duitsche Orde in Utrecht. Er bestond lange tijd een nauwe band tussen de bewoners van de Keenenburg in Schipluiden en de Duitsche Orde. Een zoon van Otto van Egmond diende als ridder van deze orde op het eiland Malta. In 1614 ging het patronaatsrecht van de kerken in Maasland en Schipluiden naar de bewoners van de Keenenburg. De Historische Vereniging Maasland en Museum De Schilpen besteden dit jaar aandacht aan het jubileum. In het Historisch Jaarboek Schipluiden 2014 staat een artikel over de oudste orgels van Maasland. De Duitsche Orde zorgde al heel vroeg, in 1377/1378, voor een orgel in de kerk van Maasland.

Contributie

De betalingen van de contributie stromen na de oproep in de Nieuwsbrief van begin februari binnen. Hopelijk volgt de rest nog deze maand. Vandaar een herhaling van onze betalingsoproep. De bankrekening van de Historische Vereniging Oud-Schipluiden is: IBAN-nr: NL30RABO0358261546. Noteer bij de betaling: Contributie 2016. Donateurs (vrienden) minimaal € 20,-, leden minimaal € 25,-. Hiervoor ontvangt u, zoals bekend, het nieuwe jaarboek gratis.

Let voor andere mededelingen ook op onze websites: www.tramstationschipluiden.nl en historischeverenigingoud-schipluiden.nl.