Uitnodiging: dubbellezing over twee oorlogsverhalen

Op woensdag 19 april houden Cor Rieken en Gemma van Winden-Tetteroo op uitnodiging van de Historische Vereniging Oud-Schipluiden vanaf 20.00 uur in de Hoornbloem te Den Hoorn een lezing over hun vaders tijdens de oorlog van 1940-1945. Het zijn twee verhalen over twee heel verschillende mensen met elk unieke ervaringen.

Het eerste verhaal wordt verteld door Cor Rieken en gaat over het fenomeen dwangarbeid. Zijn vader, eveneens Cor Rieken, die als huisschilder werkzaam was bij Theo van Beek, werd geacht gevolg te geven aan de oproep, die hij in het najaar van 1942 ontving om zich te melden voor de arbeidsinzet. Sinds dat voorjaar was het verplicht daarop in te gaan, op straffe van. Cor was slechts enkele dagen voor het uitbreken van de oorlog getrouwd en sinds 3 mei 1941 de trotse vader van een zoon. Zijn verantwoordelijkheidsgevoel was groot en hij vond dan ook dat hij zijn gezinnetje niet onverzorgd kon achterlaten. Die mentale druk heeft hem doen besluiten gehoor te geven aan de oproep. En zo begon er een lange periode van afwezigheid, slechts enkele keren onderbroken door een paar dagen verlof en dan nog beperkt tot de eerste periode van dwangarbeid. Pas enkele maanden na de bevrijding keerde hij bij zijn gezin terug.

Cor Rieken heeft nooit iets losgelaten over zijn ervaringen. Dankzij onderzoek in archieven en op diverse locaties kon er uiteindelijk toch een goede reconstructie gemaakt worden over wat hij en zijn kameraden hebben meegemaakt. Het resultaat heeft zijn zoon Cor vastgelegd in een boek met de, zeker voor zijn kinderen, veelzeggende titel ‘De stilte van mijn vader’.

Het tweede verhaal gaat over ‘Mijn dagboek, oorlogskroniek van Kees Tetteroo’ en wordt verteld door zijn dochter Gemma van Winden-Tetteroo.

Eind 1936 ging haar heeroom als missionaris naar Nieuw-Guinea. Hij vroeg zijn jongere broer Kees (toen 14 jaar) om een dagboek bij te houden over wat er zoal gebeurde in de familie. Toen de oorlog uitbrak, Kees Tetteroo, inmiddels 17 jaar, die opdracht nog serieuzer op. Hij vertelde in zijn dagboeken nauwkeurig wat hij meemaakte. Als veeverloskundige kon hij met zijn Sonderausweis overal komen. Onderweg maakte hij stiekem zo’n 150 foto’s. Alleen over zijn aandeel in het verzet zweeg hij.

Zijn dagboeken telden ruim 800 pagina’s en hier en daar was het net een spannend jongensboek, zeker toen hij drie keer werd opgepakt. Dramatisch was 5 mei 1945 toen zijn aanstaande schoonvader per ongeluk werd neergeschoten en twee dagen later overleed. Kees Tetteroo voorzag zijn boeken met foto’s en honderden krantenknipsels. In 2005 hervond Gemma de boeken op de vliering van haar ouderlijk huis. Voor het eerst las zij zijn verhalen. Zij heeft de dagboeken van haar vader integraal uitgegeven. Het werd een lijvig werk van 520 pagina’s. Na het verschijnen van het boek bleek dat het voor heel veel mensen herkenbaar en heel waardevol was. Aan de hand van het boek gingen veel ouderen nu pas over hun eigen oorlogservaringen praten.

Tot ziens op de interessante dubbellezing.

Mededelingen

Contributie

Veel leden en vrienden hebben inmiddels de contributie betaald, vaak ook meer. We zijn hier erg blij mee. Mede door de extra donaties kunnen wij het Historisch Jaarboek betalen. Zoals alles zijn ook de kosten van de drukker omhooggegaan.

De leden en vrienden die voor 2023 nog geen contributie hebben betaald, krijgen bij deze uitnodiging een herinnering. We hopen dat de betaling nu snel in orde komt.

Historisch Jaarboek Schipluiden 2023

Eerder dan verwacht is ons nieuwe jaarboek verschenen. De reacties over de inhoud en vormgeving zijn weer erg positief. Wat de inhoud betreft: Twee artikelen gaan over Abtsregt. Jacques Moerman schrijft over het ontstaan en de begrenzing van dit ambacht, dat bezit is geweest van de Abdij van Egmond. Marion Claessens bespreekt haar ontdekking van twee forten (uithoven) van deze abdij in Abtsregt. Epko Bult beschrijft de vondst van een dertiende-eeuwse huwelijkslepel in een middeleeuwse nederzetting in de Harnaschpolder. Arie en Jan Eijgenraam bespreken hun familiegeschiedenis. De Eijgenramen zijn in Den Hoorn en omgeving tien generaties warmoezier geweest. Henk Groenendaal onderzocht het boterbedrijf van de familie Ammerlaan in Hodenpijl en Delft in de negentiende en twintigste eeuw. De handel strekte zich uit over verschillende continenten. Rina Visser heeft zich verdiept in het werk van de kunstenaar Reggi Scherpbier. Deze Delftse kunstenaar had een aparte stijl. Hij heeft veel situaties in Delft en omgeving vastgelegd.

Naast deze artikelen bevat het jaarboek de Beeldkroniek van 2022 en de verslagen van de Historische Vereniging Oud-Schipluiden, Museum Het Tramstation en de bibliotheekcommissie. Het jaarboek telt 144 pagina’s en is rijk geïllustreerd.

Leden en vrienden ontvangen het nieuwe boek gratis. Extra exemplaren zijn te koop voor 20 euro. De jaarboeken zijn op te halen in Museum Het Tramstation tijdens de openingsuren, zie hierna. Dit kan ook op de lezingavonden van 19 april en 23 mei.

Op dinsdag 23 mei vindt in het Notenschip een aantal korte lezingen plaats, waarin de auteurs van het nieuwe jaarboek, vergezeld van beeldmateriaal, over hun artikel vertellen. Ook dit wordt weer een afwisselende avond. Voor deze bijeenkomst volgt in mei een aparte uitnodiging.

Tentoonstellingen

In Museum Het Tramstation, Otto van Zevenderstraat 2 te Schipluiden, is tot eind juli een uitgebreide expositie te zien over kasteel Keenenburg, een waterburcht uit het begin van de vijftiende eeuw (gesloopt eind achttiende eeuw). Het kasteel is volledig opgegraven in de jaren 1976, 1978 en 1989. Vondsten van deze opgravingen zijn permanent in het Museum te zien.
Naast de vaste collectie in de Keenenburgkamer wordt in het museum ook de relatie van het kasteel met het water in beeld gebracht. In een aparte brochure worden twaalf aspecten van deze bijzondere band besproken. De Keenenburg had meerdere bruggen, een waterput, een overdekt schuitenhuis en een windas, waarmee scheepjes over de Singel werden gehaald. De heer van Keenenburg was naast de stad Delft de belangrijkste financier van de trekvaartroute, die in 1645 tussen Delft en Maassluis in gebruik werd genomen.

In de wachtkamer van het museum zijn nog nooit eerder getoonde vondsten van het kasteel te zien. Vrijwilligers, die het archeologische materiaal hebben uitgezocht en bewerkt, tonen in aparte vitrines het leer van schoenen, aansprekend botmateriaal, metalen voorwerpen, pijpenkoppen, uniek glaswerk en Delfts blauw.

Openstelling Museum Het Tramstation Schipluiden: woensdag, zaterdag en de eerste zondag van de maand van 14.00-16.00 uur. De toegang is kosteloos. Een vrijwillige bijdrage voor het museum wordt op prijs gesteld.

Keenenburglessen

In maart hebben ca. 450 kinderen en begeleiders van de scholen in Midden-Delfland (vooral leerlingen van groep zes) voor een Keenenburgles een bezoek gebracht aan Museum Het Tramstation. Met behulp van kijkwijzers, maar ook door de verhalen van een aantal vrijwilligers, konden de kinderen zich op drie locaties (twee in het museum en één buiten) inleven in het wonen in het kasteel Keenenburg. De lessen zijn een onderdeel van het Cultuur met Kwaliteit-programma van de gemeente Midden-Delfland. Dit jaar viel het weer tegen, maar het plezier van de leerlingen was er niet minder om. De reacties van de scholen waren opnieuw enthousiast.

Lezing over de Cananefaten in onze regio door Jasper de Bruin

Op woensdag 18 januari houdt Jasper de Bruin op uitnodiging van de Historische Vereniging Oud-Schipluiden een lezing over de Cananefaten in onze omgeving. De bijeenkomst vindt plaats in de Hoornbloem te Den Hoorn, aanvang 20.00 uur.

De spreker zal ingaan op vragen waar de Cananefaten vandaan kwamen, hoe ze zich gedurende de Romeinse tijd ontwikkelden, wat hun relatie met de Romeinse overheid was en waarom ze zijn verdwenen. Zijn verhaal spitst zich toe op Midden-Delfland en het Westland. Jasper is onder andere betrokken geweest bij diverse opgravingen in de streek, waaronder in de Harnaschpolder. Het gebied rond Den Hoorn hoorde in de eerste eeuwen van onze jaartelling tot het agrarisch achterland van de Romeinen in Forum Hadriani (Voorburg).
Jasper de Bruin is gepromoveerd op dit onderwerp. Hij is conservator van de Collectie Nederland in de Romeinse tijd bij het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden en geldt als specialist van deze interessante periode in Zuid-Holland. Hij is een boeiend spreker. Er zijn dus meerdere redenen om de aangekondigde lezing te bezoeken. De toegang is kosteloos.

Jasper de Bruin graaft een Romeins wijnvat uit, dat een tweede leven als waterput heeft gekregen op een boerenerf van Cananefaten in de latere Harnaschpolder.

Tot ziens op de lezing.

Jacques Moerman, namens het bestuur van de HVOS.

Mededelingen

Tentoonstellingen

In Museum Het Tramstation is t/m 14 januari de tentoonstelling ‘Landschapsbiografieën van Midden-Delfland’ te zien. De expositie omvat ontwerpen en landschapswerkstukken van 45 internationale studenten van de Technische Universiteit Delft. Zij volgden in 2022 de mastertrack Landschap Architectuur van de Faculteit Bouwkunde. De studenten hebben gedurende negen weken Midden-Delfland bestudeerd. In de eerste weken hebben ze in groepen van drie-vier personen gewerkt aan een landschapsbiografie van een deel van het gebied. Een landschapsbiografie beschrijft de geschiedenis van een landschap als een boek in diverse tijdsfasen en rond bepaalde thema’s. Op basis van de inzichten uit de analyse en de landschapsbiografie zijn mogelijke toekomstideeën voor het gebied ontwikkeld. Hoe kan Midden-Delfland worden omgevormd tot een veerkrachtig, aantrekkelijk polderlandschap waar landbouw, landelijk wonen, historische, ecologische waarden en recreatie hand in hand gaan?
Op zondag 8 januari en zaterdag 14 januari is er voor liefhebbers vanaf 15.00 uur een rondleiding in het museum, waarin wordt stilgestaan bij de landschapsobjecten in de Wachtkamer en de Luifelruimte van het tramstation. Dit is de laatste kans. Daarnaast wordt er uitleg gegeven in de Vervoerskamer en Keenenburgkamer van het museum. Hartelijk welkom.

Vanaf 4 februari is in Museum Het Tramstation de tentoonstelling over ‘Kasteel Keenenburg in relatie tot het water’ te zien. Naast een zestal banners wordt de bewerking van verschillende bodemvondsten getoond, waaronder bot, metaal, leer, Delfts blauw en roodbruin aardewerk. Dit materiaal was nog niet eerder in het museum te zien. De tentoonstelling duurt tot half augustus 2023.
Openstelling Museum Het Tramstation Schipluiden: woensdag, zaterdag en de eerste zondag van de maand van 14.00-16.00 uur.

Verenigingsnieuws

In februari volgt een Nieuwsbrief voor alle leden en vrienden met Verenigingsnieuws en een oproep om de contributie te voldoen. In deze brief wordt ook enige aandacht besteed aan de relatie tussen de schilder Johannes Vermeer en Schipluiden. Binnenkort volgen er twee grote landelijke exposities – in het Rijksmuseum en Museum Prinsenhof Delft – over deze beroemde schilder. In april organiseren wij – mogelijk ook weer in de Hoornbloem – een lezing over de oorlogsverhalen van twee vaders uit Den Hoorn. Begin mei wordt ons nieuwe jaarboek gepresenteerd met verschillende aansprekende artikelen. Voor beide activiteiten volgen aparte uitnodigingen. Zie voor het actuele nieuws de websites van de Historische Vereniging Oud-Schipluiden en Museum Het Tramstation.

Kosten besparen

Help ons met het besparen van kosten. De postzegels zijn weer duurder geworden. Ook de bezorging van post per auto wordt duurder. Daarom een verzoek aan de vrienden om het eigen e-mailadres – als u daarover beschikt – door te geven aan Simon de Wit, onze tweede secretaris. Dit kan via het e-mailadres: info@historischeverenigingoud-schipluiden.nl Bij voorbaat dank!

Ex-slaafgemaakten in ’t Woudt en Schipluiden

Op dit ogenblik is de discussie over slavernij zeer actueel. Het is bekend dat in het werkgebied van de West-Indische Compagnie en de Verenigde Oost-Indische Compagnie honderdduizenden zwarte personen een slavenstatus hebben gehad. Minder bekend is dat in de zeventiende en achttiende eeuw ook zwarte mensen in Nederland werkzaam zijn geweest. Volgens de wet mocht niemand in ons land een onvrije status hebben. Officieel was het dan ook niet toegestaan om slaafgemaakten vanuit overzeese gebieden naar Nederland mee te nemen. Toch is dit veelvuldig gebeurd. Zelfs in ’t Woudt en in Schipluiden hebben personen vanuit West- en Oost-Indië korte of lange tijd een dienstverband gehad.

Lees het verhaal onder Publicaties => Ex-slaafgemaakten.