De gemeente Midden-Delfland versterkt haar identiteit onder meer door de promotie van het gebruik van historische kledij tijdens bijzondere plaatselijke activiteiten. In Maasland ligt het accent op de Middeleeuwen, de periode van de Duitse Orde, in Schipluiden staat de tijd van Otto van Egmond (de zestiende eeuw) centraal.
In Den Hoorn is de periode rond 1900 gekozen, omdat de tuinbouw zich hier toen sterk ging ontwikkelen. Oude foto’s laten zien dat er in die tijd nog een groot verschil was tussen werk- en vrijetijdskleding. Hier en daar is nog iets van klederdracht zichtbaar. Kinderen droegen dezelfde kleding – alleen vele maten kleiner – dan de ouders. Hoofddeksels werden nog veelvuldig gebruikt. Klompen werden vrijwel door iedereen gedragen. Het uitgangspunt voor het kledingproject in Den Hoorn is Gijsbertus van Marrewijk (1853-1934), een ondernemende tuinder die ook opviel door zijn bestuurskwaliteiten. Hij was medeoprichter van de eerste veiling in Den Hoorn, secretaris van de Delftsche Groentenveiling, gemeenteraadslid van Hof van Delft, kerkbestuurder, oprichter van de plaatselijke brandverzekering en bestuurslid van de woningbouwvereniging. Door zijn kasboeken (1882-1929) weten we precies wat hij op zijn tuin teelde. Het verhaal van zijn leven zal in 2012 uitgebreid worden gepromoot door de Historische Vereniging Oud-Schipluiden.