Wie was Agnes Croesink, de vrouw van Otto van Egmond?
Jacques Moerman
Van 16 t/m 19 juni 2011 vindt aan de voet van het torentje van de Keenenburg te Schipluiden een groot historisch spektakel plaats. De spannende jaren 1572-1574 van de Opstand tegen Spanje staan hierin centraal. Wat was de rol van Otto van Egmond in deze strijd? Over deze edelman is inmiddels veel geschreven. Over zijn vrouw Agnes is minder bekend. We weten niet precies wat haar rol op de achtergrond is geweest. Wel heeft zij veel belangrijke gebeurtenissen van nabij meegemaakt. De keuzes die Otto van Egmond in zijn leven heeft moeten maken, zullen mede door haar zijn bepaald.
Agnes Croesink was een dochter van Jacob Croesink, heer van Benthuizen, Zoetermeer, Zegwaart, enz. Haar vader bezat onder andere land aan de Westgaag in Maasland, namelijk de grond van de voormalige ridderhofstad Huis de Hoeve aan de Westgaag. Haar moeder Sandrina was een bastaarddochter van Jan V, heer van Cruijningen. Het geslacht Van Cruijningen wordt tot de hoge adel gerekend. Naast de heerlijkheden Heenvliet, Hazerswoude en Montfoort bezat deze familie ook het burggraafschap van Zeeland. Joost I van Cruijningen, de oom van Agnes, trad op als raad en kamerheer van Karel V. Haar grootvader Cornelis Croesink was houtvester van Holland, een functie die door de landsheer gewoonlijk aan een lid van de hoge adel werd gegund. Agnes Croesink was wat haar afkomst betreft dus zonder meer een vooraanstaande vrouw.
De Croesinks hadden vanouds een sterke band met Rijswijk en ’s-Gravenhage. In Rijswijk lag in 1587 nog hun hofstad Croesink; in ’s-Gravenhage bezat de familie een aanzienlijk huis aan de Vijverberg. Later kwam dit huis aan Hendrik Croesink, de broer van Agnes. Net zoals zijn zwager Otto van Egmond trad hij als lid van de Ridderschap van Holland op in de Staten van Holland. Hij was in 1566 een van de ondertekenaars van het Smeekschrift dat de edelen aan de landvoogdes Margaretha van Parma aanboden, met het verzoek om de godsdienstplakkaten te verzachten. In de Nederlanden werden calvinisten nog steeds vervolgd. Otto van Egmond was in dezelfde periode als Statenlid lange tijd in Brussel aanwezig om met Margaretha van Parma over de godsdienstvrijheid te onderhandelen.
Het geboortejaar van Agnes Croesink is niet bekend. Wel weten we dat zij omstreeks 1542 huwde met Otto van Egmond, eveneens een lid van een voorname adellijke familie. Ook de van Egmonds bezaten veel grond en aanzien, waaronder een groot huis aan het Noordeinde te ‘s-Gravenhage. Hier werd in 1543 de oudste dochter Adriana geboren, gevolgd door nog zeven kinderen.
Zowel de Van Egmonds als de Croesinks zien we in 1572 de kant van de Opstand tegen Spanje kiezen. Beide families voelden zich verbonden met het gedachtegoed van de Prins van Oranje, die de godsdienstige verdraagzaamheid verdedigde. Agnes zal haar man in zijn optreden zeker gesteund hebben. In 1564 waren Otto van Egmond en zijn vrouw nog eregasten tijdens de jaarlijkse Mariaprocessie in Delft. Twee jaar later woedde de Beeldenstorm in de Nederlanden. De vernieling van de beelden en andere katholieke symbolen ging door de aanwezigheid van Otto van Egmond op de Keenenburg aan Schipluiden voorbij. Na 1572 gaat de familie langzamerhand over naar het protestantisme. Dochter Adriana trad uit het klooster om in 1574 te huwen met Willem Blois van Treslong, geuzenhoofdman, bevrijder van Den Briel en in 1573 admiraal van Holland.
In april 1578 werd Otto van Egmond in Delft ingeschreven als lidmaat van de hervormde gemeente. Uit verschillende voorvallen blijkt dat de familie nooit dogmatisch calvinistisch is geworden. Dochter Elisabeth trad op 21 juni 1574 toe als lidmaat van de hervormde gemeente Delft. Een jaar later werd zij door de predikant aangesproken, omdat ze op haar bruiloftsfeest had gedanst. Dansen werd in de calvinistisch wereld als lichtvaardig gedrag gezien. In 1579 ergerde ouderling Jacob Pietersz. zich in de Nieuwe Kerk te Delft aan Agnes Croesink. Hij noemde haar een hoer, omdat zij zich te werelds kleedde. De calvinistische leer predikte in alles soberheid, dus ook in de kleding. De kerkenraad veroordeelde het woordgebruik van de ouderling en vroeg tegelijkertijd aan de kerkbezoekers om zich niet ‘hoovairdelick op te proncken’. Agnes zal in haar kleding slechts haar stand vertegenwoordigd hebben.
Een aantal malen vergezelde zij haar man bij officiële optredens, zoals tijdens de begroeting van Louise van Bourbon, de derde echtgenote van Willem van Oranje, op 7 juli 1575 in de Grote Kerk van Den Briel. Otto van Egmond trad daar als gastheer op namens de Staten van Holland. Samen zaten ze met andere hoge gasten aan het welkomstbanket.
Agnes Croesink stierf op 22 september 1585 en werd in de Grote Kerk te ’s-Gravenhage begraven. Ruim een jaar later vond ook Otto van Egmond hier een tijdelijke rustplaats. Hun zoon Jacob van Egmond (1545-1618) liet later een grafkelder maken in het koor van de kerk van Schipluiden, waar hun beenderen sinds 1618 rusten. De naamplaten van hun doodskisten zijn bewaard gebleven, evenals hun grote grafzerk. Hierop staan hun namen en functies: ‘Heer Otto van Egmondt, Ridder, Heer tot Kenenburch, Maeslant en Schipluy … en Vrou Agnes Croesing, Vrou tot Kenenburch, etc …’ Het is goed dat beide markante personen in juni 2011 in een toneelstuk weer tot leven worden gewekt. Zeg dit voort!