Op 4 juli 1618 vond op het kasteel Keenenburg een bijzondere gebeurtenis plaats. Op die dag volgde Otto van Zevender zijn overleden oom Jacob van Egmond op als heer van Keenenburg. In aanwezigheid van notaris Otto de Roij en van de getuigen Johannes Stangerus, predikant van Schipluiden en Henrick Cornelis, schout van Sint Maartensrecht en kastelein van de Keenenburg, werd Otto van Zevender officieel eigenaar van het kasteel. Deze overdracht ging gepaard met een aantal rituelen. In de zaalkamer van de Keenenburg wierp Otto van Zevender een houten venster met glas-in-lood-ramen op de grond. Daarna ging het gezelschap naar de torenkamer waar de nieuwe kasteelheer een deur uit de sponning lichtte.
Vervolgens liepen de aanwezigen naar de hofboomgaard en het land achter het kasteel. Hier stak Otto van Zevender een zode aarde uit en wierp die weg. Verder hakte hij in de boomgaard enige takken af. Hierna vroeg hij aan de kastelein van de Keenenburg om het huis met de goederen in het vervolg in zijn naam te besturen en er toezicht op te houden. Door deze handelingen was het voor de betrokkenen duidelijk, dat het kasteel Keenenburg in jonkheer Otto van Zevender een nieuwe eigenaar had gekregen. Tenslotte tekenden de aanwezigen de officiële overdrachtsbrief, de zogenaamde ‘acte van possessie’.
Auteur Jacques Moerman.